Las Vegas naar Death Valley
Zaterdag 6 juni
85°F / 29.4°C
18947 mile
We zetten voor vanmorgen de wekker op 8 uur, we moeten namelijk om elf uur uitgecheckt zijn en hebben tot die tijd genoeg te doen. We ontbijten nog een keer bij het Grand Buffet en er staat waarschijnlijk wel een rij voor het uitchecken. We hebben hier ook alle koffers mee naar boven genomen en moeten alle nieuw gekochte spullen weer inpakken.
Als we klaar zijn (nog 1 dollar in de fruitautomaten), bellen we iemand voor de bagage en wordt weer alles voor ons geregeld. We willen via de televisie uitchecken, maar al het eten staat nog op de rekening terwijl dat er vanzelf afgehaald had moeten worden. We moeten dus toch naar de balie en daar wordt het alsnog verwijderd. Dit waren een paar goedkope dagen hier.
We rijden nog naar de Fashion Show Mall, een winkelcentrum, bij Treasure Island Hotel, met veel merkwinkels.
Vandaag gaan we naar Death Valley NP. Niet zo ver rijden, maar we nemen de scenic route en al met al wordt het dan ongeveer 200 mile.
We missen de afslag en komen bij een tankstation, waar we meteen de auto vol gooien. We rijden weer een stukje terug en nemen dan wel de goede afslag. Hier begint de scenic route. Het wordt iets warmer, maar de 50 graden Celsius die het hier kan worden, halen we niet. Het landschap verandert en het is hier erg mooi. Grote vlakken met alleen zand, de woestijn die we woensdag dachten te zien, zien we nu. Opeens steekt een er beest over, een coyote denken we, morgen even navragen bij het visitor center. We rijden verder en de temperatuur loopt op tot zo’n 90 graden, 32 Celsius.
De omgeving is prachtig, compleet anders dan we tot nu toe hebben gezien. Er lijken grote oppervlakten water te zijn, maar het is gezichtsbedrog, het zijn zoutvlaktes. Er zijn hier vroeger tijdens de goldrush heel wat mensen overleden (vandaar de naam van het park) en we kunnen ons een beetje voorstellen hoe die mensen deze afstand en de droogte en zoutvlaktes ervaren moeten hebben. We zien kilometers lang niets, alleen een geasfalteerde weg door de woestijn. Er staat één keer een tank met water voor de radiator en voor de rest af en toe een wc huisje.
Dan komen we bij de uitkijkpunten, heel erg mooi. We komen bij “Badwater” het laagste punt in de Verenigde Staten. Zo’n 85 meter onder zeeniveau. Hier is water, maar het is ontzettend zout dus de dieren drinken hier niet uit. Een Duitse meneer biedt aan een foto te maken van ons samen bij het bordje, zo komen we tot nu toe aan de foto’s van ons samen bij bezienswaardigheden. We zien nog een aantal prachtige punten waaronder Devil’s Golf Course (zoutkristallen) en Artists Pallette (allerlei verschillende pasteltinten in de bergen). We rijden nog een stukje door en komen dan bij onze overnachtingsplek, Furnace Creek Ranch, ín het park.
Ik heb hier voor vannacht een cabin gehuurd, in een soort straat met steeds 2 huisjes aan elkaar. Het is klein en er is geen luxe te bekennen, maar het is wel bijzonder om ín het park te slapen. Er is hier wel internet, maar voor 10 dollar per uur dus dat doen we een dagje niet. Er is geen bereik op de mobiele telefoon. We zitten in een soort dorpje midden in het park dus er zijn wel een supermarkt, zwembad, tankstation, tennisbanen, een bar en 2 restaurants. We kiezen er eentje waar we een (vegetarische) hamburger bestellen. Het smaakt heerlijk en we lopen terug naar het huisje.
We zitten lekker buiten voor het huisje en het is nog steeds heerlijk weer, net een echte zomeravond.